Of anders gezegd: Wanneer ben ik klaar voor re-integratie?
“Ik had gedacht beter te zijn na 3 maanden thuis te zijn met burnout.”
“Ik voelde opluchting na het stoppen met werken maar nu ben ik nog moe al werk ik niet. Is dat normaal?”
“Ik ben al zo lang thuis, nu moet ik toch terug aan de slag, ik kan toch niet thuis blijven?”
Dit zijn enkele van de gedachten van die mensen die thuis zijn met burnout.
De meeste cliënten die ik zie, willen snel terug aan het werk.
Elke maand kijken ze uit om terug te beginnen met werken ondanks dat ze vaak dat best nog niet doen.
Burnout is een proces dat ontstaat na langdurige over-inspanning en uitputting. Het vraagt tijd van om te herstellen. Ik vergelijk het in de praktijk vaak met een gebroken been. Je moet eerst rusten. Je mag niet gaan werken of gaan joggen met een gebroken been.
Door toch bezig te blijven ook al ben je thuis, wordt je proces vertraagd. Je hebt immers de energie niet. Bovendien is er een kwetsure die eerst moet genezen ondanks dat je het niet visueel ziet.
Was het maar zichtbaar!
Dat burnout niet zichtbaar is zoals een gebroken been wat iedereen ziet, is voor veel mensen moeilijk. Ze voelen het onbegrip van anderen die vaak vele oordelen hebben. “Weg gaan kan ze maar werken niet!!” zegt de kritische massa!
Burnout is niet zichtbaar en doordat de meeste mensen werkers zijn, is thuis zitten met burnout juist niet wat ze willen. Dat maakt het proces van herstel des te moeilijker.
Ontspannen je de tijd geven om te herstellen in alle rust is een must, en dat soms voor vele maanden tot een jaar.
Re-integratie is pas mogelijk als je terug energie hebt en niet meer moe bent van de afwas te doen of naar de winkel te gaan.
Als je terug wakker worden en je goed in je vel voelt.
Als je denkt aan werken zonder een paniekaanval te krijgen.